In de praktijk blijkt het best lastig om het CO2 reductieprogramma van het begin tot het eind goed aan te sturen. SmartTrackers ontwikkelde daarom een 10-stappenplan waarmee u uw inzicht vergroot en het CO2 reductieproces vereenvoudigt. Dit stappenplan is een hulpmiddel bij het certificeren voor de CO2-Prestatieladder of een vergelijkbaar programma, zoals ISO 50001 of een uitgebreide EED.
In SmartTrackers voert u in 10 stappen alle gegevens en maatregelen in en maakt u actieplannen en rapporten. U gebruikt het 10-stappenplan ook voor het onderhouden van uw gegevens en de herbeoordeling voor de CO2-Prestatieladder. Hiermee voldoet u ook meteen aan de eis voor het hebben van een stuurcyclus en een kwaliteitshandboek.
Stap 1: opzetten organisatiestructuur
Bepaal de organisatiestructuur en zet de voor uw organisatie gewenste onderdelen in de daartoe gewenste structuur. Maak de afzonderlijke rechtspersonen zichtbaar. Het is handig om vestigingen en projecten (met CO2 gunningsvoordeel) als eigen onderdeel aan te maken. Via het aanmaken van groepen clustert u de verschillende organisatie-onderdelen waar nodig.
Aanmaken, verplaatsen en verwijderen organisatie-onderdeel
Stap 2: toevoegen meters
Ga naar een organisatie-onderdeel, kies voor de tab meten en voeg meters toe. Veel gebruikte meters zijn beschikbaar als sjablonen en kunnen worden aangevinkt en toegevoegd. Vaak is het handig om brandstoffen, kilometers voor mobiliteit onder het hoofdniveau te zetten en gas, warmte en elektriciteit bij de vestiging(en) en/of andere subentiteiten.
Als de door u gewenste meter niet als sjabloon beschikbaar is, kies dan voor handmatig een meter aanmaken. Als een meetaspect ontbreekt, dan kan deze worden toegevoegd onder de Instellingen. SmartTrackers biedt de mogelijkheid om meerdere soorten meetdefinities op te nemen. Hiervoor zijn diverse standaard bibliotheken beschikbaar. Maar u kunt ook uw eigen definities aanmaken.
toevoegen en aanpassen van meters
Stap 3: toevoegen prestatie-indicatoren
Een aantal prestatie-indicatoren zijn standaard door ons aangemaakt en worden direct zichtbaar in het rapport voor de energiebeoordeling (zie stap 5). Als u andere indicatoren nodig heeft dan kunt u die gemakkelijk zelf aanmaken. Met de verschillende meetaspecten kunt u flexibel rekenen en zo flexibele prestatie-indicatoren maken. De indicatoren gebruikt u bijvoorbeeld voor de 'globale maat' van SKAO. Maar ook voor eigen doeleinden, zodat u een beter beeld van de prestaties krijgt en niet alleen inzicht heeft in de absolute CO2 uitstoot.
Stap 4: invoeren meetwaarden
Ga naar het betreffende organisatie-onderdeel (of selecteer deze op het hoogste niveau) om uw meetwaarden in te voeren. Voeg bewijslast toe en zet de meter op Vrijgegeven. De validator (persoon met goedkeuringsrechten) krijgt automatisch een bericht (mits geselecteerd onder de instellingen) en kan de meetgegevens controleren. De validator zet na controle de meter op Goedgekeurd en kan desgewenst een opmerking toevoegen. Let op, het is handig om labels toe te kennen zoals bewijslast of onzekerheden. Daar kunnen weer overzichtslijsten van worden gemaakt met de rapportfunctie.
Als u wilt kan er nog een derde controlestap gehanteerd worden door de zogenoemde consolidator (persoon met Definitief maken-rechten) die de waarden op Definitief kan zetten.
Rollen kunnen worden ingesteld onder Instellingen/Personen.
opmerkingen/documenten toevoegen en communiceren
Stap 5: opstellen energiebeoordeling
Gebruik de rapportfunctie en het template Energiebeoordeling om snel een goede analyse en rapportage te maken. Neem zelf waar nodig extra elementen op in de beoordeling, zoals grafieken en beschrijvingen over de voortgang. Als het noodzakelijk is om op bepaalde data nader in te zoomen, kan detailinformatie, zoals een trend van het gas- of elektraverbruik op dag- of weekniveau, als afbeelding worden toegevoegd.
toevoegen en bewerken rapporten
Stap 6: toevoegen maatregelen en doelstellingen
Voeg de door u gewenste maatregelen toe. Er wordt pas gesproken over een maatregel als er een concreet plan is om deze uit te voeren en er toestemming is van de directie. Geef een beoogd implementatiemoment met een te verwachten besparing aan.
Leg de ambitie van uw organisatie vast in de vorm van doelstellingen. Dit dient per scope te worden aangegeven. Het is verstandig om deze voor meerdere jaren vast te leggen.
Met behulp van de trendgrafieken is op basis van de berekende voorspelling (gebaseerd op de ingevoerde maatregelen) in te schatten wat een realistische doelstelling is. Uiteraard kan uw doelstelling ambitieuzer zijn dan het te verwachten resultaat op basis van de geplande maatregelen. Zeker als deze verder in de toekomst ligt. In feite visualiseert de doelstelling het ambitieniveau van de directie. De doelstelling is per scope opgesplitst en wordt omgevormd tot een totaal doel in absolute waarden.
Aanmaken maatregelen en doelstellingen
Stap 7: periodiek voortgangsverslag en energie actieplan
Bij Rapporten, maak een rapport aan met het rapporttemplate (CO2)voortgangsverslag en energie actieplan.
Teksten, zoals een toelichting op de trendgrafiek, kunnen in het template worden aangevuld en foto’s kunnen in paragrafen worden toegevoegd. CO2 grafieken of zelf aangemaakte indicatoren zoals CO2 per FTE kunnen in het rapport worden toegevoegd. Rapporten kunnen voor de volgende tijdsperiode worden gekopieerd, zodat de basisopmaak opnieuw kan worden gebruikt.
toevoegen en bewerken rapporten
Stap 8: selfassessment en interne audit
Voor het selfassessment van de CO2-Prestatieladder gebruikt u de assessment tool. Het gehele proces van inventarisatie (of er wordt voldaan aan de eisen t/m de externe beoordeling) is hierin uit te voeren.
Het beschikbaar stellen van het dossier aan zowel de interne auditor als de certificerende instantie vindt plaats via deze tool. Of de CI ook zijn of haar op- en aanmerkingen en puntenscore in het systeem wilt zetten, zult u moeten overleggen.
De CI kan er ook voor kiezen om alleen de documenten van de zelfbeoordeling en de interne audit te bekijken. Met de rapportfunctie is alle informatie ook beschikbaar om als pdf op te slaan of uit te printen.
Stap 9: de directiebeoordeling
Als het dossier (weer) is bijgewerkt volgens stap 1 t/m 7 kan het resultaat worden voorgelegd aan de directie. Gebruik hiervoor de samenvatting in het directierapport. Geef hierin een korte en bondige toelichting op de trends, voortgang van de maatregelen en verdere kansen tot verbetering.
Vraag de directie om concrete besluiten te nemen over verdere CO2 reducerende maatregelen. De directie kan deze besluiten nemen op basis van duidelijke plannen, maar dit is afhankelijk van kosten en complexiteit. Er kan ook voor een verder haalbaarheidsonderzoek gekozen worden. Op deze wijze wordt het CO2 beleid steeds meer een integraal onderdeel van de werkprocessen.
toevoegen en bewerken rapporten
Stap 10: communiceren
Communiceer de voortgang van uw CO2 reductieprogramma binnen uw organisatie. De interne communicatie kan bestaan uit informatie over de maatregelen die worden genomen en de voortgang van het CO2 reductieprogramma.
Plaats de voortgangsrapportage en het daarin opgenomen energie-actieplan per halfjaar op uw website. Hiermee voldoet u aan de externe rapportage eisen van de CO2-Prestatieladder.
0 Opmerkingen