Mobiliteit is een belangrijk thema binnen verduurzaming. Voor sommige organisaties is het zelfs één van de grootste emissiebronnen binnen hun CO₂-footprint. Het verduurzamen van mobiliteit levert dus direct resultaat op: minder uitstoot, lagere kosten én vaak ook gezondere medewerkers.
1. Elektrisch rijden is efficiënt, maar niet de hele oplossing
Elektrische auto’s zijn een uitstekende stap richting verduurzaming. Qua energie-efficiëntie zijn ze ongeveer drie keer efficiënter dan dieselauto’s en zelfs vier keer efficiënter dan benzineauto’s.
Toch is het goed om verder te kijken dan alleen de aandrijving. Er zijn ook andere factoren die het daadwerkelijke energieverbruik, het aantal gereden kilometers en de totale emissie bepalen.
2. Herzie het leasemodel
Een leaseauto stimuleert vaak onbewust om meer te rijden. De kosten zijn immers al gedekt, waardoor er nauwelijks een financiële prikkel is om minder kilometers te maken.
Overweeg daarom een flexibelere mobiliteitsregeling waarbij medewerkers zelf kunnen kiezen tussen verschillende vormen van vervoer. Denk aan een combinatie van OV, fiets, deelauto of een mobiliteitsbudget.
Ter compensatie kunnen secundaire arbeidsvoorwaarden op andere punten worden versterkt. Lang niet iedereen zit immers te wachten op een vaste leaseauto met bijtelling en verplicht model om de paar jaar. Stimuleer alternatieven die aantrekkelijk zijn, zoals een leasefiets in plaats van een leaseauto, eventueel met een iets hoger bruto loon.
3. Poolauto’s: efficiënter gebruik van voertuigen
Een gemiddelde leaseauto staat ongeveer 95% van de tijd stil. Voor een kapitaalgoed van zo’n €30.000 is dat opmerkelijk inefficiënt. Door in te zetten op elektrische poolauto’s kunnen voertuigen door meerdere medewerkers worden gebruikt, waardoor de benuttingsgraad toeneemt.
Het is duurzamer om met minder auto’s meer kilometers te maken. Hoewel een poolauto dan sneller “versleten” is, kan er juist eerder worden overgestapt op nieuwe, zuinigere technologie. Bovendien worden de meeste auto’s niet afgedankt omdat ze technisch versleten zijn, maar omdat ze economisch worden afgeschreven.
4. Rijsnelheid: een onderschatte factor
Veel mensen weten niet dat harder rijden exponentieel meer energie kost, niet kwadratisch, maar zelfs tot de derde macht. Het verschil tussen 100 en 120 km/u betekent al snel een 40% hoger verbruik. Vraag jezelf af: is die paar minuten tijdwinst het waard?
5. Minder reizen, slimmer werken
In veel sectoren geldt nog steeds dat fysieke aanwezigheid belangrijk wordt gevonden. Toch is het goed om kritisch te kijken: moet een overleg écht fysiek plaatsvinden, of kan het prima online?
6. Vliegverkeer: alleen als het écht moet
Vliegen heeft een grote klimaatimpact. Stel daarom bij elke reis de vraag of het echt noodzakelijk is.
Kan het gesprek niet online plaatsvinden, of via een collega die al op locatie is? Bedenk ook dat businessclass reizen drie keer zoveel uitstoot veroorzaakt als economyclass, los van het hogere prijskaartje.
0 Opmerkingen