Maatregelenlijst 2024

1. Beleid toepassing MVI-criteria in aanbestedingen:

Dit betreft het opstellen en toepassen van beleid waarbij Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) criteria worden geïntegreerd in aanbestedingsprocessen. De MVI-criteria moeten betrekking hebben op de thema’s energie, materialen en circulaire economie, waarbij ze ten minste het basisambitieniveau moeten halen. Het uiteindelijke doel is duurzame inkooppraktijken te bevorderen die bijdragen aan energie- en materiaalbesparing en het bevorderen van een circulaire economie.
 

2. Beschikbaar maken bouwstroom:

Dit houdt in dat bij de voorbereiding van bouwprojecten, de opdrachtgever tijdig maatregelen neemt om te zorgen dat de aansluiting voor bouwstroom beschikbaar is zodra het project van start gaat. Het beoogt te zorgen voor een efficiëntere energievoorziening op de bouwplaats, wat kan leiden tot minder gebruik van dieselgeneratoren en minder CO2-uitstoot.

 

3. CO2 uitstoot over de levensduur is criterium bij gunning van werken:

Hier gaat het om het gebruiken van CO2-uitstoot over de hele levensduur als een criterium in het besluitvormingsproces bij de gunning van werken. Dit betekent dat bij de beoordeling van aanbiedingen niet alleen naar de prijs en technische aspecten wordt gekeken, maar ook naar de totale CO2-uitstoot van een project, van bouw tot einde levensduur. Het stimuleert aanbieders om duurzame oplossingen te bieden die de CO2-uitstoot minimaliseren.

 

4. Mogelijk maken van inzet secundair materiaal en gebruikte componenten:

Deze maatregel betreft het wegnemen van belemmeringen en actief stimuleren van het gebruik van secundaire (gerecyclede) materialen en gebruikte componenten in projecten. Dit draagt bij aan circulaire economie-praktijken door hergebruik van materialen te bevorderen en afval te reduceren.


 

5. Toepassen Ambitieweb en Omgevingswijzer uit de aanpak duurzaam GWW:

Dit houdt in dat het Ambitieweb en de Omgevingswijzer worden ingezet in de verkennings- en planontwikkelingsfase van Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) projecten. Het Ambitieweb helpt bij het definiëren van duurzaamheidambities en de Omgevingswijzer biedt inzichten in de omgevingsimpact van projecten. Deze instrumenten zijn bedoeld om duurzame en doordachte beslissingen te maken vanaf de vroegste stadia van projectontwikkeling.
 

6. Toepassen emissie-eisen voor bouwmaterieel:

Dit richt zich op het integreren van emissienormen voor bouwmaterieel in aanbestedingen. Het doel is om de uitstoot van schadelijke emissies afkomstig van bouwmaterieel te verminderen door strengere eisen te stellen, wat leidt tot schonere en efficiëntere bouwapparatuur.
 

7. Toepassing van gunningvoordeel m.b.t. CO2-ambitie bij aanbestedingen in de GWW-mbt diensten:

Dit houdt in dat er een gunningvoordeel wordt gegeven bij aanbestedingen voor diensten binnen de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) sector aan aanbiedingen met een hoge CO2-ambitie. Dit betekent dat partijen die innovatieve oplossingen voorstellen die significant bijdragen aan CO2-reductie een voorsprong krijgen bij de toekenning van het project, wat duurzame ontwikkeling stimuleert.
 

8. Toepassing van gunningvoordeel m.b.t. CO2-ambitie bij aanbestedingen in de GWW sector m.b.t. werken:

Net als bij diensten, wordt ook bij werken binnen de GWW-sector gunningvoordeel gegeven aan partijen met voorstellen die een hoge CO2-ambitie tonen. Dit moedigt bedrijven aan om duurzame methoden en technologieën toe te passen die de CO2-uitstoot aanzienlijk verminderen tijdens het uitvoeren van werken.

 

9. Uitvragen van binnenvaart emissielabel:

Deze maatregel vraagt om het gebruik van het Binnenvaart Emissielabel als eis of als Beste Prijs Kwaliteit Verhouding (BPKV) criterium binnen aanbestedingen. Het doel hiervan is het stimuleren van schonere praktijken in de binnenvaartsector, waarbij de focus ligt op het meten en verbeteren van de emissieprestaties van vaartuigen.

 

10. Uitvragen van duurzamere asfaltmengsels:

Opdrachtgever hanteert minstens de MKI pafondwaarden voor asfaltmengsels, voor bij alle aanbestedingen waarin toepassing van asfaltmengsels verwacht wordt de geldende eisen uit het transitiepad wegverharding te gebruiken
 

11. Uitvragen van duurzamere betonmortels:

Opdrachtgever hanteert minstens de MKI plafondwaarden voor betonmortels, door bij alle aanbestedingen waarin toepassing van betonmortels verwacht wordt de geldende eisen uit het transitiepad kunstwerken te gebruiken

 

12. Uitvragen van producten van duurzaam beton:

Bij aanbestedingen wordt de MKI plafondwaarde toegepast op betonproducten, waarbij voldaan moet worden aan eisen uit het transitiepad kunstwerken. Dit heeft tot doel om het gebruik van duurzamere betonproducten aan te moedigen, wat bijdraagt aan reductie in milieubelasting.
 

13. Aandacht voor CO2-reductie in projecten NIET verkregen met gunningsvoordeel:

Deze maatregel zoekt naar aandacht voor CO2-reductie in projecten zonder dat dit wordt afgedwongen door gunningsvoordelen. Het houdt in dat bedrijven verbetering in CO2 prestaties bereiken, ongeacht financiële prikkels, hetgeen resulteert in een intrinsieke motivatie om emissies te verminderen.
 

14. CO2-gerelateerd onderzoek en innovatie:

Dit richt zich op het toewijzen van een deel van het onderzoeks- en innovatiebudget (2% tot meer dan 20%) aan projecten die specifieke CO2-reducties kunnen realiseren. Het bevordert de ontwikkeling van nieuwe technologieën en methoden die milieuvriendelijk zijn.
 

15. Dialoog m.b.t. CO2 met grote opdrachtgevers:

Hier ligt de focus op het implementeren van CO2-reductie als een vast onderdeel van periodieke gesprekken met alleen grote of alle opdrachtgevers.

 

16. Kennis en houding medewerkers m.b.t. CO2-reductie in projecten:

Dit richt zich op het onderwijzen van ingenieurs, ontwerpers en projectleiders in CO2-reductiemethoden, waarbij een groot percentage van de betrokken medewerkers scholing krijgt over het belang van duurzaamheid en hoe dit kan worden geïntegreerd in projecten.

 

17. Gebruik van hernieuwbare brandstof voor afvaldiensten:

Deze maatregel heeft betrekking op het gebruik van hernieuwbare brandstoffen in voertuigen voor afvaldiensten, zoals vuilniswagens, om de CO2-uitstoot ten opzichte van fossiele brandstoffen te verlagen, met percentages variërend van 10% tot meer dan 20%.

 

18. Inkoop van hulpstoffen – gebruik van secundaire materialen:

Dit stimuleert bedrijven om secundaire materialen als alternatief voor virgin materialen te gebruiken. Door structureel secundaire materialen te implementeren, verkleinen organisaties hun ecologische voetafdruk.

 

19. Inzicht in vermeden CO2 als gevolg van de verwerking van afvalstromen:

Bedrijven berekenen en rapporteren de vermeden CO2-emissies door afvalverwerking met methodes zoals het EpE-protocol om beter zicht te krijgen op milieuwinst en deze jaarlijks te verbeteren.
 

20. Realiseren verkoopbaar secundair materiaal:

Bedrijven verkopen op een structurele basis secundair materiaal dat door de afnemer gebruikt kan worden zonder zware bewerking. Er vindt jaarlijks overleg plaats ter verbetering van de kwaliteit van deze materialen, wat helpt bij upcycling.

 

21. Warmte en/of stoomlevering bij afvalverbranding:

Bedrijven leveren warmte en/of stoom die bij afvalverbranding vrijkomt aan externen, zoals warmtenetten. Ook worden er initiatieven genomen om de energie-efficiëntie van de installaties te verbeteren.

 

22. Zero CO2-emissie vuilniswagens en mobiele afvalpersen:

Dit betreft het elektrificeren van het wagenpark binnen afvaldiensten zodat deze voertuigen geen CO2-uitstoot meer hebben. Het doel is uiteindelijk het volledig omzetten van het wagenpark naar voertuigen die 100% zero emissie zijn.

 

23. Erkende Maatregelen Gebouwen:

Het implementeren van erkende maatregelen voor gebouwbeheer om de energie-efficiëntie te waarborgen. Dit kan de vorm aannemen van structurele aanpassingen in gebouwontwerpen en technische installaties.
 

24. Infraroodverwarming:

De installatie van infraroodverwarming in bedrijfspanden is een manier om de verwarmingskosten en CO2-uitstoot te verminderen, waarbij specifieke percentages van de verwarmde ruimten worden voorzien van deze technologie.

 

25. LED-buitenverlichting:

De installatie van LED-verlichting rondom terreinen verlaagt het energieverbruik aanzienlijk. De focus ligt op het vervangen van oudere verlichtingstechnieken door de meer efficiënte LED-technologie.

 

26. Afzuiging:

Het bedrijf onderzoekt en implementeert manieren om de energieconsumptie van afzuigingssystemen te optimaliseren, inclusief innovatieve technieken die de energiebehoeften met aanzienlijke percentages verminderen.

 

27. Erkende Maatregelen Faciliteiten:

Het bedrijf implementeert erkende milieu- en energiemaatregelen in zijn faciliteiten, met natuurlijke momenten voor implementatie, waarbij aandacht wordt besteed aan continu verbeteren.
 

28. Erkende maatregelen Processen:

Het toepassen van erkende maatregelen voor productieprocessen om energieverbruik te verminderen en efficiëntie te verbeteren. Dit gebeurt op bepaalde natuurlijke momenten of systematisch wanneer implementatie nodig is.
 

29. Reductie of verduurzaming van verpakkingsmaterialen:

Het verminderen van de CO2-impact door aanpassingen in verpakkingsmaterialen; dit gebeurt door het verlagen van de gemiddelde CO2-uitstoot over een periode van vijf jaar met een vastgesteld percentage.

 

30. Warmteterugwinning:

Warmteterugwinningstechnieken toepassen binnen productieprocessen om een significante besparing in energieverbruik voor verwarming en koeling te bereiken, met een focus op voortdurende ontwikkeling van deze technieken.

 

31. Afstemming vraag en aanbod elektriciteit op bouwplaatsen:

Projecten opbouwen die zorgen voor een goede samenwerking en afstemming tussen wat er aan elektriciteit nodig is en wat er beschikbaar wordt gesteld op bouwplaatsen, gericht op efficiënt energiegebruik.

 

32. Energiebesparing bouwkeet:

Bouwketen (tijdelijke gebouwen op bouwplaatsen) aanpassen aan energiebesparende normen zoals die van het bouwbesluit, met als doel het beperken van energiegebruik in tijdelijke werkplaatsen.

 

33. Gebruik rijplaten of andere tijdelijke verharding om rolweerstand te verminderen:

Aanbrengen van tijdelijke verharding om de rolweerstand van voertuigen of machines te beperken op oneffen oppervlaktes, waarmee transportefficiëntie en bedrijfsvoering op bouwplaatsen verbeteren.

 

34. Levering van hernieuwbare brandstof op de bouwplaats:

De organisatie voorziet in en waarborgt het gebruik van hernieuwbare brandstoffen op bouwplaatsen, om daarmee het brandstofverbruik te verduurzamen ten opzichte van conventionele brandstoffen. 

 

35. Opwekking hernieuwbare elektriciteit op de bouwplaats:

Genereren van hernieuwbare stroom op de projectlocatie met behulp van bijvoorbeeld zonnepanelen, in een poging om tenminste een fractie van het elektriciteitsgebruik te dekken met duurzame bronnen.




 

Hebt u meer vragen? Een aanvraag indienen

0 Opmerkingen

U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.
Mogelijk gemaakt door Zendesk