Methode 1
Voor een compleet beeld van het elektriciteitsgebruik kunt u het beste drie type meters aanmaken: de drie meters kunt u maken met de metersjablonen onder de functiegroep elektriciteit: het eerste "standaard" type vermeldt het gebruik van ingekochte elektriciteit, meestal verkregen van de factuur/facturen van de energieleverancier(s).
Op het tweede type meter vermeldt u het totaal van de zelf opgewekte (zonne-)elektriciteit zoals dat op de omvormersmeter wordt aangegeven, en in het derde type vult u de (negatieve) waarde in van de hoeveelheid teruggeleverde elektriciteit. De optelling van deze drie metertypes geeft dan het totaal verbruikte elektriciteit van het bedrijf (ingekocht plus totaal zelf opgewekt min teruggeleverd).
Bij een optelling voor de totale CO2 uitstoot (market en location based), het energiegebruik en de totaal gebruikte elektriciteit krijg je dan altijd een goed resultaat. Voor bedrijven die gecertificeerd zijn voor de CO2 Prestatieladder geldt dat de teruggeleverde stroom als een vermeden CO2 emissie kan worden gerapporteerd. Dit kan worden gecombineerd met andere emissies die gelabeld zijn als een vermeden emissie.
Methode 2:
Een tweede optie is om te werken met 2 metingen. Een meter die "zelf opgewekt en verbruikt" registreert - dus het zelf verbruikte deel van wat er is opgewekt, en een meter die de hoeveelheid teruggeleverd vastlegt. De CO2 berekening zal dan eveneens correct plaatsvinden, omdat de teruggeleverde elektriciteit tegen een 0 emissie wordt berekend.
Denk erom dat bij een energieberekening of een optelling van alle elektra de negatieve waarden bij de teruglevering tot een foutief resultaat kunnen leiden. De teruggeleverde stroom dient dan ook uitgefilterd te worden bij het maken van dergelijke grafieken en tabellen, zodat het niet als "verbruikt" wordt meegerekend.
Wij adviseren in de meeste gevallen om methode 1 te gebruiken.
0 Opmerkingen